Vredespark Almelo
 
 
 
 

UNPROFOR (1992 tot en met 1995)


Op 21 februari 1992 werd UNPROFOR door de VN in het leven geroepen, en trad in beginsel op in Kroatië.

Op 8 juni 1992 werd het operatiegebied uitgebreid naar Bosnië en Herzegovina. 

In eerste instantie had UNPROFOR tot taak verdere escalatie van de oorlog te voorkomen en voorwaarden te scheppen voor vredesbesprekingen.
Later werden UNPROFOR-troepen ook ingezet voor het beveiligen van zogenaamde "veilige gebieden", enclaves voor moslims in Bosnië en Herzegovina: Žepa, Goražde, Bihac, Sarajevo, Tuzla en Srebrenica. 

Met VN-resolutie 836 van 4 juni 1993 mocht de veiligheid van die gebieden zo nodig met geweld worden afgedwongen.

In Srebrenica ging het echter totaal mis: Servische troepen trokken met zwaar materiaal de stad binnen zonder dat de VN ingreep — de door Dutchbat gevraagde luchtsteun bleef uit.

Val van Srebrenica

Op 11 juli 1995, toen ruim 400 lichtbewapende Nederlandse UNPROFOR-militairen van Dutchbat III in Tuzla en Srebrenica hun humanitaire werk deden, drongen Bosnisch-Servische troepen onder bevel van generaal Ratko Mladić met hulp van tanks de stad binnen en deporteerden en vermoordden een groot deel van de daar aanwezige moslimmannen en -jongens en deporteerden de vrouwen en kinderen naar Tuzla. 
Later viel op 20 juli ook nog de enclave Zepa.

De val van Srebrenica wordt gezien als de  ergste daad van genocide in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog.

Uiteindelijk ging de VN-veiligheidsraad akkoord met de inzet van een voornamelijk door Frankrijk en Groot-Brittannië ter beschikking gestelde Rapid Reaction Force (RRF) met luchtsteun van de NAVO.

De directe aanleiding voor het uiteindelijke ingrijpen door de RRF was de – waarschijnlijk – Bosnisch-Servische mortieraanval op de Merkale-markt in Sarajevo op 28 augustus 1995.
De acties van de RRF en de NAVO-luchtstrijdkrachten leidden er uiteindelijk toe dat de Serviërs bereid waren tot een staakt-het-vuren.
Dit leidde vervolgens tot vredesbesprekingen in het Amerikaanse Dayton.


Splitsing UNPROFOR

In 1995 weigerde Kroatië toestemming voor verlenging van het VN-mandaat voor UNPROFOR. UNPROFOR werd toen gesplitst in drie verschillende missies met ieder hun eigen mandaat:

UNPROFOR in Bosnië en Herzegovina,
UNCRO (United Nations Conficende Restoration Operation) in Kroatië
UNPREDEP (United Nations Preventive Deployment Force) in Macedonië. 

Een overkoepelende organisatie met de naam UNPF (United Nations Peace Force) werd opgericht met het hoofdkwartier in Zagreb.
De operaties in Bosnië en Herzegovina werden geleid door het BH-Command in Kiseljak.

Het hoofdkwartier van UNPROFOR was eerst gevestigd in Sarajevo, maar toen ook daar de gevechten uitbraken werd het in mei 1992 verplaatst naar Belgrado en later, in augustus 1992, naar Zagreb.

Op het hoogtepunt (maart 1995) bestond UNPROFOR uit ongeveer 38.600 militairen. In totaal kwamen 167 mensen in dienst van UNPROFOR om het leven.

Na het bereiken van het Verdrag van Dayton op 14 december 1995 werd UNPROFOR op 20 december in Bosnië en Herzegovina opgevolgd door de NAVO-geleide vredesmacht IFOR.

In totaal leverde Nederland 9753 militairen aan UNPROFOR. (achtereenvolgens de bataljons Dutchbat I, II,III en IV)

Tijdens de uitvoering van hun taak kwamen zeven van hen om het leven.




Klik naar boven, naar voormalig Joegoslavië of naar Startpagina


Bronnen:
www.tracesofwar.com
Wikipedia.nl
Defensie.nl
defensieweb.fandom.com
www.nlveteraneninstituut.nl