Vredespark Almelo
 
 
 
 

Hoofdmachinist Letterboer en de ondergang van de S. S. Langkoeas


De LANGKOEAS (een Balinees woord voor de plant Laos) is een Nederlands vrachtschip van de Nederlands-Indische Maatschappij voor Zeevaart. 

Voorheen behoort het vrachtschip onder de naam STASSFURT aan de Duitse rederij Hapag-Lloyd, maar op 10 mei 1940 wordt het schip te Tjilatjap (Java) door de Nederlandse strijdkrachten in beslag genomen en komt het schip in beheer van de Rotterdamse Lloyd. 

De Langkoeas (kapitein J. Kreumer) is onderweg van Soerabaja naar Egypte met als eindbestemming Haifa, Palestina met een lading suiker.
Het schip wordt op de Javazee op 2 januari 1942  getorpedeerd door de Japanse onderzeeboot I 58.
  (Sommige bronnen spreken van de I 52)

De I-58 was een Kaidai klasse onderzeeër in gebruik genomen in 1928.
De commandant was Luitenant ter Zee der 1ste Klasse Soshichi Kitamura.

De Langkoeas was het eerste Nederlandse koopvaardijschip dat ten prooi viel aan Japanse duikboten.

Slechts 3 van de 94 leden van de bemanning overleefde de ramp mede omdat de schipbreukelingen door de Japanners werden beschoten.


Zie ook Hoofdmachinist Letterboer.



Hier volgt het verslag van de gebeurtenissen van overlevende J.de Mul van het getorpedeerde schip de “Langkoeas".

 
Ik lag op de 2e januari ’s-avonds te slapen en ontwaakte ten gevolge van een hevige slag. Mijn hutgenoot, de 5e machinist van der Made, riep ik toe: “Wat hoor ik", waarop ik ten antwoord kreeg: “We zijn getorpedeerd!"
Ik dacht dat het + een uur ’s-nachts was, maar de Javaansche bediende Lagar vertelde mij later toen we in de boot zaten, dat het + tien uur ’s-avonds moet zijn geweest.


Onmiddellijk na het torpedeeren kreeg het schip slagzij over stuurboord.
Mijn hut was gelegen op de hoogte van het sloepdek.
Ik begaf mij aan dek en ontmoette daar de 4e officieren Brouwer en van Ogten.

De 4e officier Brouwer gaf mij opdracht in reddingboot B.B. 1 plaats te nemen, hoewel dit niet mijn boot was.
Ik voldeed hieraan en trof in deze boot aan de hoofdmachinist Letterboer, de 5e machinist Brasser, de ass. Machinisten Banse en Soerati, 6 Javaansche bedienden en een aantal Chineezen de boot was vol menschen.


Plotseling viel de boot te water in schuine richting met de achtersteven naar beneden en schoot enkele meters onder water; ik klemde me vast aan een doft.
Toen de boot weer boven kwam was zij vol water en waren vele van de inzittenden reeds verdwenen; slechts + 25 man waren nog aanwezig.


De boot was direct vrij van het schip.
De hoofdmachinist Letteboer gaf opdracht om de boot met schoenen en handen leeg te hoozen, hetgeen met eenig succes geschiedde.
Plotseling zag ik in het maanlicht een schip en verkeerde in de veronderstelling, dat het een tankboot was, aangezien ik een hooge opbouw waarnam met een lang voorschip.
De 5e machinist Brasser riep: “We zijn gered!" 

Het bleek echter een groote onderzeeboot te zijn die naderbij kwam, waarop Brasser riep: “Help, help!"
Hierop begon men van de duikboot met een mitrailleur te schieten, tengevolge waarvan in onze boot vele slachtoffers vielen, o.a. werden de hoofdmachinist Letteboer en de 4e machinist Brasser zwaar gewond.
Ik sprong overboord en bleef aan de grijplijnen achter de boot hangen met het hoofd even boven water, hetgeen eveneens werd gedaan door de Chineeschen opvarende Lambay en de Javaansche bediende Lagar.

De duikboot draaide daarna van ons af en loste enkele schoten op de Lankoeas, waardoor brand ontstond, kwam toen weer naar onze boot, mitrailleerde deze opnieuw en trachtte haar te rammen.

Dit ziende lieten ik en de twee anderen los en grepen ons vast aan de duikboot, waar wij aan boord klommen. Ik op het voorschip, de twee anderen op het achterschip.
Onmiddellijk liep men op ons af en vroeg mij: "Are you the captain?"
Op het ontkennende antwoord, werd mij toe geroepen: “Go away!" en werd ik wederom in zee geduwd, evenals de twee anderen.

Wij zwommen toen een poosje, totdat ik een boot zag drijven, welke op het voorschip van de Langkoeas bleek te hebben gestaan.
De Chinees en de Javaan klommen er het eerst in en hielpen mij daarna in de boot, aangezien ik aan het eind van mijn krachten was gekomen. 

Wij hielden ons stil. Mijn beide lotgenoten gingen in de boot liggen, terwijl ik de onderzeeër observeerde, die dwars van de Lankoeas nog enkele schoten loste, terwijl ik ook nog mitrailleurvuur hoorde.

De Langkoeas zonk met achtersteven eerst, ongeveer 1 uur na de torpedeering. De onderzeeboot verdween toen.

Van de andere opvarenden heb ik niets meer gezien; wel hoorde ik bij het verlaten van mijn schip, dat men bezig was bij de B.B.-boten en hoorde ik roepen: “Het gaat niet". De 2e boot aan S.B. kon niet te water worden gelaten, was blijkbaar ten gevolge van de ontploffing onklaar geraakt. Vandaar de order van den 4e officier om in boot 1 te gaan.

Van de hoofdmachinist Letteboer vernam ik nog, dat de torpedo in de machinekamer aan S.B. was ingekomen, waardoor beneden allen onmiddellijk gedood moeten zijn; de machinekamer kap was geheel ontzet. Het licht ging onmiddellijk uit.


Op Zaterdag 3 Januari bij het aanbreken van de dag, zag ik rond of er nog iets te ontdekken was, maar behalve enkele luiken en een vlot, zag ik niets.
Het vlot kwam vlak bij onze sloep, doch bleek leeg te zijn.
Ik probeerde nog het vast te krijgen, hetgeen door de hoge deining mislukte.
Ik heb daarna het emmerzeil bijgezet en ben met een westelijke bries voor de wind weggezeild. In de sloep was water nog brood aanwezig.

Aangezien ik weinig steun had van mijn twee lotgenoten, heb ik ’s avonds het zeil weer neergehaald en maakte van eenige riemen een drijfanker. We gingen daarna slapen, terwijl wij het zeil als dekking tegen de koude gebruikten.


Zondagochtend 4 Januari het zeil weer bijgezet.
Zagen + 8 uur ’s ochtends land, hetgeen later het eiland Bawean bleek te zijn.
Hadden veel te lijden van de zon en dorst.
Eerst ’s avonds half 7 bereikten wij het eiland.
Kregen aldaar klapperwater te drinken en werden voorlopig verzorgd door een Javaansche dokter. Door het inheemsche bestuur werden de Marine autoriteiten te Soerabaia op de hoogte gebracht.

Maandagochtend 5 Januari om half 8 kwam een marine-vliegtuig ons halen en naar Soerabaia bracht.


Soerabaia, 7 Januari 1942.


De Mul (handtekening)


Klik naar boven of naar startpagina

Bronnen:
www.house-of-cards.nl
oorlogsslachtoffersijmond.nl/persoon/466/laurens-hoogewerf
wikipedia.nl
en.wikipedia.org
www.maritimequest.com