Vredespark Almelo
 
 
 
 

Voormalig Joegoslavië:

Sinds het begin van de jaartelling is voormalig Joegoslavië al een kruitvat van etnische conflicten en oorlogen. De verschillende bevolkingsgroepen hadden te kampen met bezettingen van vreemde naties en voerden zelf oorlogen tegen hun buren.

Na de tweede wereldoorlog weet voormalig partizanenleider Tito het land bijeen te houden en te verenigen in de republiek Joegoslavië. Onder de oppervlakte blijven echter de eeuwenoude vetes tussen de verschillende bevolkingsgroepen en hun provincies smeulen.

Na de dood van maarschalk Tito in 1980 laaide het etnische geweld weer op. In 1981 wordt de provincie Kosovo onafhankelijk. Vanaf 1988 grijpt Servië, de dominante provincie in de regio, regelmatig militair in bij conflicten en opstanden in hun buurprovincies. 

In 1991 verklaren Slovenië en Kroatië zich onafhankelijk van Servië. In beide provincies breekt een burgeroorlog uit.
Tegen de onafhankelijkheid van Macedonië in september 1991 wordt niet opgetreden door Servië. Zij zijn te druk met de oorlog in Kroatië die tot het voorjaar van 1992 duurt.

In 1992 verklaart ook Bosnië-Herzegovina zich onafhankelijk. Bosnische Serviërs verzetten zich tegen deze onafhankelijkheid. En ook hier breekt een burgeroorlog uit welke tot 1995 duurt.
Vanaf 1997 wordt ook in het onafhankelijke Kosovo een burgeroorlog gevoerd. 

 Kaart van voormalig Joegoslavië van de situatie van 2008.

Vredesmissies:

Vanaf 1991 nemen Nederlandse militairen deel aan een groot aantal vredesmissies in dit gebied.

De inzet voor vrede en veiligheid wordt in 1991 begonnen met European Community Monitoring Mission.
De missie UNPROFOR volgt al snel in Kroatië en Bosnië-Herzegovina.
In totaal leverde Nederland 9753 militairen aan UNPROFOR.
Tijdens de uitvoering van hun taak kwamen zeven van hen om het leven.

 Klik hier om naar de pagina van UNPROFOR te gaan

Vanaf 1993 namen Nederlandse militairen deel aan CAP Villa Franca, (Combat Air Patrol Villa Franca Italië). 22 Nederlandse F-16’s namen deel aan het handhaven van het vliegverbod boven voormalig Joegoslavië. Op de luchtmachtbasis Villa Franca en later in Amendola, in Italië, werden 300 militairen gelegerd. In totaal zijn 2.460 Nederlandse militairen ingezet.

In de zomer van 2001 werden de laatste F-16’s weer naar Nederland gehaald. 

Vanaf 1995 nemen Nederlandse militairen deel aan verschillende NAVO missies, welke met stevige middelen kan optreden.  Vrede mag, indien nodig, met geweld afgedwongen worden. Dit in tegenstelling tot de eerdere VN missies.
Bijna 30.000 Nederlandse militairen nemen deel aan de NAVO missies.
IFOR (Implementation Force, 5074 militairen) en SFOR (Stabilization Force, 22.660 militairen).
Tijdens de uitvoering van hun taken voor IFOR en SFOR kwamen in totaal 8 Nederlanders om het leven.

Van 1996 tot 1998 namen Nederlandse militairen ook deel aan UNTAES. Dit was het VN-Overgangsbestuur voor Oost-Slavonië, Baranja en West-Sirmium.  UNTAES bestond uit een vijfduizendtal militairen die erop toezagen dat het vredesakkoord tussen Kroaten en Serven werd uitgevoerd, een zeshonderd agenten die instonden voor de ordehandhaving en personeel dat een aantal bestuurstaken in de streek overnam. 

Vanaf 1999 nam Nederland deel aan KFOR (Kosovo Force). In totaal stuurde Nederland 4.179 militairen van de landmacht,  luchtmacht en marechaussee.

Een van de doelen was de verschillende groepen te ontwapenen en te zorgen dat het staakt-het-vuren gehandhaafd bleef. Daarnaast moest KFOR onder andere zorgen dat vluchtelingen weer veilig naar huis konden.

Tijdens de uitvoering van de taken voor KFOR kwam 1 Nederlander om het leven.

In 2004 worden de NAVO missies opgevolgd door een missie van de Europese Unie, EUFOR Althea. Begin 2017 is de Nederlandse bijdrage aan deze missie beëindigd.


 


Klik naar boven of naar startpagina