Bovenstaande foto werd gemaakt tijdens het gevecht op heuvel 975 in mei 1951 van een soldaat van het Nederlandse bataljon.
1) 25 Juni 1950 het begin
Noord Koreaanse troepen voorafgegaan door tanks, overschreden op 25 Juni 1950 om 04.00 uur de 38e breedtegraad.
Zeven uur later meldde Radio Pyonyang dat aan Zuid Korea de oorlog was verklaard.
Seoul, de hoofdstad van Zuid Korea, viel de volgende dag en hoewel op 27 juni resp. 30 juni de Amerikaanse zee-, lucht- en landstrijdkrachten van President Truman opdracht ontvingen hulp te verlenen, scheen de Noord-Koreaanse opmars naar het Zuiden niet te stuiten.
2) Poesan bruggenhoofd
Ondanks hun grote overmacht benutten de Noord-Koreanen hun kans, een snel einde aan de oorlog te maken, niet.
Amerika kreeg de gelegenheid snel troepen uit Japan naar het front te zenden.
De Zuid Koreanen herstelden zich enigszins van de eerste schok en ook andere landen der V.N. zonden strijdkrachten naar Zuid-Korea.
De geallieerden wisten zich gedurende 6 weken van zware gevechten staande te houden in het Poesan bruggenhoofd.
3) Geallieerd offensief
Tot verrassing van de gehele wereld gingen de geallieerden op 15 september plotseling tot het offensief over. Generaal MacArthur voerde de bekende verrassende Inchon landing uit.
Van de uit het Poesan bruggenhoofd doorgebroken geallieerde troepen maakte een pantsercolonne op 26 september 1950 contact met de landingstroepen nabij Suwon, waardoor niet alleen die zelfde dag Seoul werd heroverd, maar ook grote eenheden Noord-Koreanen werden afgesneden en uit elkaar geslagen.
4) Het overschrijden van de 38e breedtegraad
Na de doorbraak van het Naktong front volgde een hergroepering, waarop de opmars op 1 oktober werd voortgezet en al snel de 38e breedtegraad werd overschreden.
Na de verovering van Wonsan en Pyongyang (hoofdstad van Noord-Korea), stortte de tegenstand van de Noord-Koreanen ineen. Overgebleven weerstanden werden opgeruimd en eind oktober werd op één plaats de grens van Mantsjoerije bereikt.
5) Chinees-Communistische interventie
Terwijl de troepen der V.N. naar de Mantsjoerijse grens oprukten en de overgebleven weerstanden probeerden op te ruimen, werd de tegenstand van de Noord-Koreanen in de Westelijke sector groter, waardoor vooruitgeschoven troepen eind november moesten worden teruggetrokken. Deze vergrote tegenstand werd mogelijk gemaakt door de interventie van de Chinees-Communistische legers. Eind november konden de troepen van de V.N. in de Westelijke sector met moeite een bruggenhoofd over de rivier de Chongchon behouden.
6) Chinees offensief
Eind november/begin december, begon het grote Chinese winteroffensief. Het werd ingezet op de Oostelijke vleugel van de Westelijke sector van de geallieerden.
De troepen van de V.N. moesten alle zeilen bijzetten om een debacle te voorkomen.
Zij wisten echter later, vertragend terugtrekkend, een aaneengesloten front te handhaven.
In de oostelijke sector kon het van de hoofdmacht afgesneden Tiende Legerkorps, dank zij de intensieve hulp van vliegtuigen en vloot, op Hamhung terugtrekken en over zee naar Poesan worden geëvacueerd.
Pyongyang werd spoedig door de Communisten heroverd en eind december overschreed de vijand de 38e breedtegraad opnieuw. Na de verovering van Seoul in januari 1951 zag het er naar uit of een tweede verdedigingsstrijd in het Poesan bruggenhoofd aanstaande was.
In deze phase volbracht het N.D.V.N. die deel uitmaakte van de zijn eerste oorlogstaak door als rechterflankdekking van de 2e Infantry Division Indianhead actief op te treden tegen doorgedrongen guerrilla benden.
7) Geallieerde tegenaanval
De luchtmacht en de grondstrijdkrachten van de V.N. hadden de ver van hun bases opgerukte Communistische legers echter zulke zware verliezen toegebracht, dat deze midden januari 1951 hun opmars, m.u.v. het Oostelijk deel van de centrale sector, staakten.
De troepen van de V.N. gingen in het Westen tot de tegenaanval over en heroverden uiteindelijk Seoul. Vooral in de Centrale sector werden zware gevechten geleverd, waarbij het Nederlands Detachement V.N. zich o.a. bij Hoengsong en Wonju onderscheidde.
8) Lente-offensief van de Chinezen
Intussen zonden de Chinezen nieuwe grote eenheden uit Mantsjoerije naar het front. Na een hergroepering zetten, zij midden april hun lente offensief in.
De eerste poging om door de troepen van de V.N. heen te breken mislukte, maar midden mei 1951 werd een tweede offensief ondernomen.
De eerste keer was de aanval in eerste instantie gericht op Seoul, bij de tweede poging vond de hoofd aanval plaats in de Centrale Sector.
Na hardnekkige gevechten, waarbij de vijand grote verliezen leed, en dank zij de grote snelheid waarmee de Amerikanen hun troepen op bedreigde plaatsen versterkten, konden de in de linies geslagen gaten tijdig worden gestopt. Langzaam maar zeker werd de vijand tot stilstand gebracht.
Tijdens deze phase werd de tot dusverre grootste luchtslag geleverd tussen straalvliegtuigen (100 tegen 50). Het N.D.V.N. leverde in deze periode o.m. zeer verbitterde gevechten bij Inje.
9) Consolidatie en hergroepering
Het mislukte lente-offensief werd gevolgd door een periode van consolidatie en hergroepering, waarna het 8e Leger over de gehele linie tegenaanvallen ondernam.
Hierbij werd langzaam opgerukt en fel gevochten, vooral in de Centrale Sector in de zogenaamde "IJzeren Driehoek" Chorwon - Kumhwa - Pyongyang. Daarbij werden grote hoeveelheden munitie en voorraden veroverd.
De troepen van de V.N. volgden een andere tactiek, waarbij niet zozeer terreinwinst, dan wel het toebrengen van zo groot mogelijke verliezen het doel was.
10) Huidige Situatie
De strijd is sindsdien tot een stellingoorlog geworden.
In de winter van 51/52 voerden de communisten weer vele versterkingen aan.
Op het ogenblik houden beide legers elkaar in evenwicht.
Plaatselijk barsten echter geregeld vinnige scherpe gevechten los, waarbij beide partijen hardnekkig het bezette terrein verdedigen.
Tot de dag van vandaag is er geen officieel vredesakkoord tussen Noord- en Zuid Korea.
De oorlog duurt officieel nog voort.....
N.D.V.N.
Op 15 oktober 1950 werd het Nederlandse Detachement Verenigde Naties officieel opgericht en op 26 oktober 1950 vertrok de eerste lichting van 636 man vanuit de haven van Rotterdam per boot naar Korea. Deze eerste lichting kwam een maand later in Pusan in Zuid-Korea aan en kon meteen aan de slag.
Het werd ingedeeld bij de Amerikaanse 2de Divisie Infanterie (‘Indian Heads’).
Van de eerste lichting zouden in totaal 56 militairen sneuvelen en 150 gewond raken, onder andere tijdens de slagen bij Hoengsong en heuvel 325 in maart 1951. Onder hen was de overste van het detachement, lt.-kol. M.P.A. den Ouden, die sneuvelde op 12 februari 1951.
Regelmatig vertrokken na de eerste lichting nog meer militairen vanuit Nederland naar Korea om het Nederlandse detachement aan te vullen en af te lossen.
In totaal zijn er in de periode 1950 tot 1954 in totaal 3418 Nederlandse militairen naar Korea uitgezonden geweest.
Daarnaast zijn ook 1896 mariniers bij de oorlog betrokken geweest.
Het aantal zieken en gewonden onder de Nederlandse bijdrage bedroeg 645.
120 Nederlandse militairen sneuvelden; 116 van hen liggen begraven op het VN oorlogskerkhof even buiten Pusan in Zuid-Korea.
Drie leden van het Nederlandse Detachement zijn nog altijd vermist.
Bronnen:
vox-voks.nl
wikipedia.nl
Oorlogsgravenstichting.nl