Nederlands Indië 1945 -1950
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Nederland zijn koloniale gezag over Nederlands Indië tijdelijk kwijtgeraakt.
Op 17 augustus 1945, twee dagen na de Japanse capitulatie, riepen de Indonesische leiders Soekarno en Hatta de onafhankelijke Republiek Indonesië uit. Nederland probeerde vanaf 1945 zijn gezag met politieke en militaire middelen te herstellen om zo een geleidelijk dekolonisatieproces onder Nederlandse leiding af te dwingen.
In deze strijd zette Nederland in de jaren 1945-1949 ruim 200.000 militairen in. Onder wie 95.000 dienstplichtigen en 25.000 oorlogsvrijwilligers uit Nederland. Desondanks raakte Nederland zijn belangrijkste kolonie kwijt.
Tijdens of door dit grootschalige conflict, dat op 27 december 1949 eindigde met de Nederlandse erkenning van de Indonesische onafhankelijkheid, kwamen ongeveer 6.000 militairen in dienst van het Koninkrijk om het leven.
Alleen op het westelijk deel van Nieuw-Guinea bleef de Nederlandse vlag wapperen.
Toen in 1962 over het gezag van Nederlands Nieuw-Guinea een grootschalig treffen met Indonesië dreigde, gaf Nederland echter ook dit overzeese gebiedsdeel op.
Nederlands Nieuw-Guinea maakte deel uit van Nederlands Indië, maar was eind 1949 buiten de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië gebleven.
De Indonesische leider Soekarno wilde Nederlands Nieuw-Guinea zo snel mogelijk inlijven.
Het “laatste stukje Indië” werd vanaf 1950 zodoende inzet van een slepend conflict tussen Nederland en Indonesië dat rond 1960 een sterker militair karakter kreeg.
In de periode 1950-1962 zijn in totaal ongeveer 30.000 Nederlandse militairen ingezet in het toenmalige Nederlands Nieuw-Guinea.
Nederland droeg het gebied in oktober 1962 over aan de VN die het enkele maanden later weer aan Indonesië overdroegen.
In de periode 1950-1962 zijn ruim 100 Nederlandse militairen omgekomen in Nederlands Nieuw-Guinea.
Klik naar boven of naar startpagina