Vredespark Almelo
 
 
 
 

Soldaat Wolters, A. (Arend)
(door Arend Wolters 2018)


Ik, Arend Wolters, werd geboren te Almelo op 30 april 1928.

In 1948 werd ik opgeroepen om gekeurd te worden met als doel begin '49 naar Indië te vertrekken om daar ons land te dienen.
Het stond me direct tegen, wat had ik te zoeken in een ver land dat ik niet kende?
Ver van mijn vriendin Gerda en mijn familie.

Mijn beste vriend Gé Schansert werd ook opgeroepen en samen namen we een besluit: we wilden de heren vertellen dat we geen interesse hadden en dat we er de voorkeur aan gaven om in Nederland te blijven om te werken aan een mooie toekomst.

Bij de keuring in Hengelo zeiden we tegen de keuringsarts dat we geen zin hadden om naar Indië te gaan en vroegen of hij een goed alternatief kon bieden.

We kregen direct toegebitst dat als we zouden weigeren we vier jaar zwaar in Veenhuizen zouden krijgen.

Onze behandeling zou slechter zijn dan die van een NSB-er.
Een overheids- of semi-overheidsbaan zouden we voor altijd kunnen vergeten.

Daar sta je dan als knul van twintig jaar met ineens een forse bedreiging op zak.
Gé en ik hebben nog lang nabesproken over wat we nu moesten doen.
Na het opmaken van de balans leek het ons het beste om voor twee jaar afscheid te nemen van al dat ons lief was, dat klonk toch net iets beter dan vier jaar de gevangenis in met de toezegging van serieuze beperkingen voor de rest van ons leven.

Op 11 februari 1949 vertrok 422 Bataljon Infanterie 6-8 Regiment Infanterie met de Kota Inten, een bootreis van goed vier weken waar we ons gesterkt voelden door de aanwezigheid van heel veel Twentse jongens.

De stemming aan boord was in de regel vrij goed. Ik vond aansluiting bij meerdere jongens, waar ik na Indië bevriend mee bleef.

Op een zeker moment vertelde Gé toen we met een paar jongens aan dek zaten dat hij nooit meer terug zou komen in Nederland.
We wuifden het weg, stelden hem gerust. Samen uit, samen thuis. "We nemen je mee terug Gé, al moeten we je aan de benen trekken om je mee te krijgen. Jij blijft daar niet."

U moet weten dat Gé zijn vader verloor op 2 april 1945, de Duitsers trokken zich terug maar de gevechten waren op de eerste Paasdag nog hevig in Losser.

Vader Jan Schansert, moeder, broer, tweeling zus en Gé zaten net als hun buren de hele ochtend in de kelder omdat er op geringe afstand steeds bominslagen waren.
Toen het rustiger werd ging vader Jan samen met één van zijn zonen voor het raam staan om te kijken of ze iets konden zien van de inslagen die ze eerder die ochtend hadden gehoord.
Op dat moment klonk er een verschrikkelijke knal, de voordeur lag aan vijf stukken in de gang, alle ramen werden eruit gedrukt en vader Jan werd dodelijk getroffen door een granaatscherf.
Hij stierf op zijn 44e levensjaar, vrouw en drie kinderen achterlatend.

De tweelingzus van Gé overleed op haar 17e plots na een kort ziekbed.

Dit alles maakte misschien wel Gé's gevoel van bewustzijn van sterfelijkheid wat groter.



Na aankomst in een voorstadje van Surabaja werden Gé en ik na circa een week gescheiden van elkaar.

Gé ging naar Kediri waar een peloton afgelost moest worden.
We zouden elkaar een dag later weer treffen wanneer ik met mijn peloton naar Kediri zou gaan.
Ik vertelde Gé bij ons tijdelijke afscheid dat als we weer samen zouden zijn alles goed zou komen en dat we in geval van een aanval ze van katoen zouden geven.

Toen ik met mijn bataljon in Kediri kwam, troffen mijn maat Ruud Wustefeld en ik een soldaat aan op straat.
We vroegen hem of hij Gé Schansert kende.
Hij knikte en wees naar een klein kerkje.
"Het eerste graf links, daar ligt hij."
Mijn wereld stond stil, wat ik toen voelde kan ik zelfs na 69 jaar nog niet in woorden uitdrukken.

Waar ik nog altijd moeite mee heb is dat defensie soldaten totaal onvoorbereid op een missie stuurde.

Hoe kan je een mens zich voorbereiden op dat zijn maatje wordt doodgeschoten?
Hoe leer je ermee omgaan dat je vrienden uiteengereten worden door een trekbom?
Hoe moet je je voelen als je iemand van je peloton totaal verminkt terugvindt?
Niets van dat alles leerden we.
Er was geen nazorg.

Ja, we mochten wel betalen voor onze sokken die we in de strijd verloren hadden.
Als ik met jongere veteranen spreek dan begrijp ik dat er in de loop van de jaren inhoudelijk weinig veranderd is.


Ik heb in mijn leven nooit meer iets met defensie te maken willen hebben.
Ik ging zelfs niet naar reünies of herdenkingen omdat ik dacht dat defensie een vinger in de pap had.
We werden in Indië niet altijd even rechtvaardig behandeld.
We hadden oude wapens met veelal kromme lopen, je kon er nog geen klapperboom mee raken.

Toen ik aan de leiding om munitie vroeg omdat we door onze voorraad heen waren, omdat we vaak onder vijandelijk vuur lagen kreeg ik doodleuk te horen: "Dan schieten jullie maar minder".
Dat kwam hard aan. Men gaf blijkbaar niets om onze veiligheid.

Toen onze missie er op zat, moesten we eerst nog een poosje grote loodsen bewaken in Surabaja, wat de inhoud van deze loodsen was hadden we niks mee te maken.

Ik kwam er tijdens het wachtlopen achter dat deze loodsen vol met nieuwe glimmende wapens en munitie stonden. Op dat moment was ik in staat om met een legertruck het hele gebouw plat te rijden.



In 2018 heb ik besloten dat ik wilde delen waar ik al 69 jaar veel last van had.
Nog nooit eerder heb ik daar met iemand over gesproken.

Het gaat over schuldgevoel.

Ik heb tientallen jaren, dag in, dag uit, schuldgevoel gehad over de dood van mijn beste vriend Gé Schansert.
Zijn naam staat op het Indië Monument Almelo.

Ik voelde me verantwoordelijk. Al zag ik dat toen misschien niet zo, alles wat je daar deed was vanzelfsprekend. Het was meer een mechanisme om te overleven. Aangeboden promoties sloeg ik af, ik wilde niet hoger in rang komen.
Wat ik wilde was bij mijn kameraden blijven en samen met hen onze taak zo goed en zorgvuldig mogelijk uit te voeren.

Bij Gé slaagde ik daar niet in, ik heb geen missies met hem kunnen doen en ik heb hem niet meer mee naar huis kunnen nemen terwijl ik dat wel tegen hem gezegd had.

Bovendien, als ik had doorgezet om dienst te weigeren dan was Gé nooit gesneuveld in Indië.

Had ik maar voet bij stuk gehouden.

Wel een miljoen keer heb ik de klok en de gemaakte beslissingen terug willen draaien.


Hendrik Gezinus Schansert geboren op 6 april 1928 stierf door eigen vuur op 20 jarige leeftijd in Kediri op 17 maart 1949.

Het peloton dat afgelost werd, heeft aangeboden om de eerste nacht te blijven om de 'Toko's, de nieuwelingen' die net waren aangekomen in Indië bij te staan en te leren over de gevaren en de geluiden van de bush tijdens de wacht.

"Wij kunnen het zelf wel aan" zei de leiding van het peloton van Gé.

*) Er vonden diverse schermutselingen plaats met vijandelijke eenheden.
De tegenstander bestond niet alleen uit de TNI ( het georganiseerde vrijheidsleger ), maar ook uit meerdere politieke en religieuze groeperingen, die de macht probeerden te grijpen, en uit rampokkende bendes (peloppers).


Nog diezelfde avond schoot een bange soldaat zijn BREN leeg op drie toegesnelde Nederlandse collega's die ook de nachtelijke schoten hadden gehoord.

De schutter maakte een vreselijke fout, hij zag de jongens van zijn peloton aan voor de vijand.
Schansert, Bink en Ruel werden dodelijk verwond.


Gé had een slagaderlijke bloeding in zijn lies, de hospik kon niks meer voor hem doen.
Gé bleef zelfs tijdens zijn laatste momenten een zorgzame jongeman, in zijn doodstrijd vroeg hij zijn makkers om voorzichtig te doen tijdens hun verblijf in Indië.


Er zijn meerdere boeken waar een andere toedracht beschreven staat over het zware verlies van drie jonge mannen tijdens hun eerste wacht op de post in Kediri.
Er wordt gesproken over een vijandige aanval.
Navraag leverde steeds hetzelfde antwoord op: niemand zit te wachten op de waarheid van dit verhaal.
Het is dragelijker als de vijand het heeft gedaan en bovendien schoten ze toch al op ons toen het noodlot zich voltrok.


Ik vind dat we Gé en alle bijna 6300 soldaten die in Indië gevallen zijn voor altijd moeten eren en ze gedenken hoe ze waren en wat ze voor ons deden.
We eren ze het meest door de waarheid door te vertellen, ook al is die waarheid soms heel erg rauw.

Vlak voor ons vertrek uit Indië werden mijn vriend Ruud Wustefeld (we hebben nu nog steeds veel contact met elkaar) en ik door onze groepscommandant uitgenodigd voor de kranslegging bij de gevallen jongens van 422BI 6-8RI tijdens de afscheidsceremonie op Kenbang Kuning.
Dat was een grote eer.
Wij mochten de bloemen aan de kolonel tijdens een emotioneel afscheid overhandigen, waarna hij deze op de graven legde.


De schutter heb ik nooit weer gezien. Ik heb gehoord dat hij direct is teruggestuurd naar Nederland nadat hij drie van zijn eigen jongens had neergeschoten.


Jarenlang koesterde ik wrok, ik wilde de schutter in boze momenten zelfs de kogel wel geven.

Veel later trok ik de conclusie dat ook hij slachtoffer is.

Ik heb het hem vergeven en ik zou nu heel graag met hem willen praten om te vertellen dat hij het zichzelf niet moet aanrekenen en begrip voor zijn eigen handelen moet tonen, omdat hij totaal onvoorbereid op missie werd gestuurd en op wacht werd gezet in een voor hem onbekende situatie.
Niemand kan je handelen veroordelen als je ongetraind iets moet doen.


Ik zou hem willen vertellen dat het ook mij had kunnen overkomen……….




Soldaat eerste klas Wolters overleed op 23 April 2019.

Hij noemde zich in de dagen voor zijn overlijden “de mazzelaar”.
Hij had Indië overleefd,
Het heeft lang geduurd voordat Arend over Indië kon praten….

Arend trouwde met zijn jeugdliefde Gerda.
Hun huwelijk duurde 64 jaar tot haar dood in 2015. 

Zij kregen 3 zoons, kleinkinderen en achterkleinkinderen.

Gelukkig heeft hij, op zeer hoge leeftijd, het Indië verleden kunnen delen met zijn zoons.
In 2018 heeft hij de (deels) bovenstaande herdenkingsrede laten schrijven voor de Indië Herdenking in Almelo en heeft zo een blijvende en diepe indruk achtergelaten.


Arend “de mazzelaar” Wolters overleed in de leeftijd van 90 jaar.







Klik naar boven of naar startpagina of terug naar gesneuvelde Almelose militairen Nederlands Indië 1945 - 1950

*) toevoeging van redactie ter verduidelijking van de situatie ter plaatse. Getuigenverslag van collega Weekhout.
bron: www.heemkringmolenheide.nl

Bron:
A. Wolters,
P. Wolters,
HetDepot.com,
oorlogsgravenstichting.nl,
heemkringmolenheide.nl,
indie-1945-1950.nl,
mensenlinq.nl,
gwkuijk.nl -
FOTOBOEK 28 12 28 185,, 
http://www.cgfdejong.nl/