United Nations Transitional Administration for Eastern Slavonia, Baranja and Western Sirmium (UNTAES)
Duur missie: 1 mei 1996 - 22 oktober 1997
Aantal militairen: 18
Oost-Slavonië was het enige gebied dat de Kroatische Serviërs in de herfst van 1995 nog in handen hadden. Kroatië weigerde in te stemmen met het Dayton-akkoord zolang er geen regeling lag voor Oost-Slavonië.
De presidenten van Servië en Kroatië sloten onder internationale druk op 12 november 1995 een akkoord.
Oost-Slavonië zou op vreedzame wijze in Kroatië worden geïntegreerd. Dat gebeurde onder het toeziend oog van een door de Verenigde Naties (VN) ingesteld overgangsbestuur.
De VN-Veiligheidsraad besloot op 15 januari 1996 de United Nations Transitional Administration for Eastern Slavonia, Baranja and Western Sirmium (UNTAES) in te stellen.
UNTAES had onder meer als taken het gebied te demilitariseren en de terugkeer van vluchtelingen en ontheemden te observeren.
Daarnaast moest het door haar aanwezigheid bijdragen aan het handhaven van vrede en veiligheid in het gebied.
De Veiligheidsraad besloot UNTAES eind 1997 geleidelijk af te bouwen.
De Nederlandse regering zegde op 12 april 1996 6 staffunctionarissen toe voor UNTAES.
Daarnaast was een F-27 transportvliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht in Rimini beschikbaar voor medische evacuatie.
Als onderdeel van het UNTAES-liaisonteam werden bij het hoofdkwartier van IFOR en later SFOR in Sarajevo 2 officieren geplaatst. De 4 andere Nederlandse militairen kregen een functie in de inlichtingensectie van het UNTAES-hoofdkwartier.
De eerste militairen vertrokken op 1 mei 1996 naar Oost- Slavonië.
De laatste Nederlanders keerden op 22 oktober 1997 terug.
Klik naar boven of naar Startpagina
Bronnen:
www.defensie.nl